Op 30 mei organiseerde Pakhuis de Zwijger een avond over twijfel. Twijfel over het wel of niet krijgen van kinderen. Een belangrijke vraag die Romy van Eijk, modeontwerper en initiatiefnemer van de avond, de laatste jaren achtervolgde. Zij twijfelde jarenlang en is nog niet uitgetwijfeld, daarom besloot ze te focussen op datgene wat ze wel wist, kleding ontwerpen. Tijdens het programma ‘To bebe or not to bebe’ werden deze kleurrijke kledingstukken in een modeshow aan het publiek getoond. De vrolijke aftrap en het daaropvolgende panelgesprek met twijfelaars en niet-twijfelaars waarin de twijfel begrijpelijk werd gemaakt en gesitueerd, maakten de ode aan de twijfel compleet. In dit artikel blikken we terug op de avond.

Het project To bebe or not to bebe

Het nummer Dur dur d’être bébé werd ingezet en op de lange catwalk die tussen het publiek doorliep, verschenen één voor één de modellen (tevens twijfelaars) in grootse, kleurrijke outfits. Dopamine dressing was het inderdaad. Je werd er blij van. Als alle modellen op het podium zijn geïnstalleerd, vraagt moderator Daan Borrel, ontwerper Romy van Eijk om te vertellen over de totstandkoming van het project. Romy vertelt hoe haar project begon met het opzoeken van mede-twijfelaars met wie ze samen praatte en schilderde. Aan het einde van deze gesprekssessies was Romy heel veel tekeningen rijker die zij gebruikte ter inspiratie voor haar kledingontwerpen. Met de modeshow maakte Romy de twijfel die ze voelde visueel.

Persoonlijke twijfel

Na de modeshow vroeg Daan Borrel de sprekers over hun relatie met twijfel. Clarice Gargard, via de zoom aanwezig, gebruikte het woord ambivalentie in plaats van twijfel. Clarice vertelt dat ze altijd ambivalentie voelde, omdat ze zichzelf geen traditionele moeder vond. Dit bracht haar tot nadenken over wat een traditionele moeder was en waarom ze zichzelf niet in het plaatje vond passen. De vraag of ze kinderen wilde, heeft voor haar ook een politieke kant. Hier zal ze later in het gesprek nog op terugkomen. Hierna is Evelien de Jong aan het woord. Als kinderwenscoach is het haar baan om twijfelaars te helpen. Ze kwam bij haar baan door haar eigen twijfel: “Van mijn obsessie maakte ik mijn professie”, vertelt Evelien. Evelien heeft inmiddels een kind, maar dit was een lange weg van IVF en spermadonoren. Evelien vertelt dat haar twijfel werkte als een olievlek. Het liet haar twijfelen aan haar hele leven.

Naast haar zit Liesbeth Smit, auteur van het boek Echte vrouwen krijgen een kind. Haar boek kwam uit toen ze 45 was. ‘Een symbolische leeftijd’, vertelt ze, ‘omdat je op die leeftijd officieel de statistieken ingaat als kinderloze vrouw’. Liesbeth heeft geen kind en kan ook geen kind meer krijgen, maar ze herinnert zich de periode van twijfel als verdrietig en eenzaam. Er waren toen geen duidelijke rolmodellen die lieten zien dat er twijfel bestond en de vrouwen die geen kinderen hadden, waren al helemaal niet zichtbaar.

Bahareh Goodarzi, verloskundige van beroep, is de laatste spreker in het panel. Met betrekking tot het kinderwensvraagstuk is ze duidelijk. Ze heeft geen twijfel. Ze wil geen traditioneel ouderschap, maar staat er wel voor open om draagmoeder te worden. Bahareh merkt wel dat anderen haar keuze ongemakkelijk vinden en haar toch aan het twijfelen proberen te krijgen. Ze vragen dan dingen als: Hoe weet je nou zeker dat je geen spijt krijgt?. ‘Maar hoe weet je nou zeker dat je geen spijt krijgt als je er wel voor kiest een kind te krijgen’, vraagt Bahareh zich af. ‘Twijfel kan dus ook een middel zijn om je in de norm te duwen’, zegt Bahareh.

Politieke twijfel

Vanuit de persoonlijke ervaringen met twijfel, komt het gesprek al snel op de context waarin onze twijfel zich bevindt. Liesbeth vertelt ons dat Nederland de laagste kinderloosheidscijfers heeft in Europa. In vergelijking met Spanje (1 op de 3), Engeland (1 op de 4) en Duitsland (1 op de 4), zijn in Nederland 1 op de 5 vrouwen kinderloos. We zitten dus in een samenleving die wel degelijk sturend is. Liesbeth: ‘Het krijgen van kinderen wordt benaderd als keuze, maar dit is een illusie. Er is heel veel beïnvloeding van buitenaf. Je financiën, je jeugd, alles bepaalt mede je keuze.’ Dit resoneert met wat Clarice eerder zei, het persoonlijke is politiek, zo luidt het feministisch credo. Twijfel is ook politiek, omdat voor sommigen de keuze er niet is. “Twijfel is een privilege”, zegt Clarice Gargard. Bahareh vult dit aan met verschillende voorbeelden van deze ongelijkheid. Zo worden anticonceptie en vruchtbaarheidsbehandelingen niet vergoed en voor veel mensen dus onbetaalbaar. Maar nog schrijnender is het voorbeeld van de transgenderwet in Nederland. Deze wet beschreef de voorwaarde om afstand te doen van je voortplantingsorganen als je in transitie wilde. De politiek zit dus diep verweven in het persoonlijke, zelfs zover dat het bepaalt welke mensen er wel kinderen mogen krijgen en welke niet. ‘Eugenetica’, is de term die Bahareh hiervoor gebruikt.

Representatie

Clarice Gargard leest ons voor uit het boek ‘From Margin to Center’ van bell hooks. Ook al schreef bell hooks dit boek jaren geleden, het is nog altijd even relevant. Clarice legt uit dat bell hooks schrijft dat moederschap niet lijnrecht tegenover het feminisme hoeft te staan. Je moet als vrouw balanceren tussen twee stereotypen. Enerzijds, bestaat er het stereotyp van de verzorgende, moederlijke, vrouw, het beeld dat zogeheten tradwifes op sociale media idealiseren. En anderzijds bestaat er het beeld van de feminist, de streberige, vrouw die haar carriere voorop stelt. Liesbeth, die volgens deze stereotypering tot de laatste groep behoort, ziet het ook als genuanceerder. Ook kinderloosheid is fluide. Dat ze zelf geen moeder is, betekent niet dat ze af en toe niet nadenkt over hoe het zou zijn als ze een kind had gehad. Bovendien betekent het niet dat je niks te maken hoeft te hebben met kinderen. Ze is zelf voogd van haar neefjes en vindt dat heerlijk.

‘Representatie is dus belangrijk’, stelt Clarice. In onze samenleving zien we alleen het beeld van het heterostel en het kerngezin. Maar daarvoor is het ook belangrijk dat we kritisch kijken naar onze taal. Liesbeth vertelt dat ze het moeilijk vond om taal te vinden om haar eigen situatie te omschrijven. Met de woorden kinderloos of kindvrij identificeer je je nog altijd langs de lijnen van het kind. Bij gebrek aan beter koos Liesbeth uiteindelijk voor “niet-moeder”, maar daar is ze nog niet tevreden mee. We blijven nog lang namijmeren over twijfel, wie er mogen twijfelen, hoe de maatschappij twijfel faciliteert enzovoort. De avond wordt afgesloten met een gedicht, geschreven en voorgedragen door Angelika Geryonymaki: “… Ik zoek en ik vraag het aan honderd mensen. Ik vraag of er angst of verlangen in ze danst. Ze het leven hetzelfde willen laten of de sprong zullen wagen. …”

Samengesteld door
Luna de Kruijff
Stagiair programmamaker Sociale Stad