Bonen. Al decennialang weten we dat we er meer van zouden moeten eten. Bonen zijn namelijk goed voor ongeveer alles:
- Goed voor de gezondheid, omdat ze rijk zijn aan eiwitten, ijzer en vitaminen.
- Goed voor een toekomstbestendig menu, omdat ze rijk zijn aan eiwitten en daarmee dierlijke producten kunnen vervangen.
- Goed voor de biodiversiteit, vanwege de vele bloemen die voedsel bieden voor insecten.
- Goed voor de bodem, omdat deze vlinderbloemige als een van de weinige planten in staat zijn stikstof uit de lucht te halen, in de bodem vast te leggen. Daardoor is veel minder (kunst)mest nodig en verbetert de bodemvruchtbaarheid.
- En daarmee besparen bonen ook nog eens energie en daarmee het klimaat.
De conclusie lijkt duidelijk: de maaltijd van morgen bevat volop bonen voor een toekomstbestendig voedselsysteem. Dat is ook de reden dat er van overheidswege veel geld en energie wordt gestoken in zaken als ‘de eiwittransitie’ en een groter areaal bonen. In 2030 moet er volgens de nationale eiwitstrategie zelfs ‘100.000 hectare eiwitrijke vlinderbloemige gewassen’ worden geteeld.
Toch hebben deze argumenten er vooralsnog niet voor gezorgd dat de consumptie en productie van bonen in Nederland is gegroeid. Die zijn de afgelopen jaren juist alleen maar afgenomen.
Hoe kan het zo zijn dat we de sleutel tot een duurzamere en gezondere voedselvoorziening al lang in het vizier hebben maar er desondanks niet in slagen de consumptie en productie substantieel te vergroten?
In deze programmareeks krijgt de (Nederlandse) boon de hoofdrol. We gaan proeven, praten en onderzoeken. In ieder programma staat smaak centraal en maken we verbinding met voedselproductie, ons menu van morgen en oplossingen in beleid en praktijk. Waarom willen we meer bonen eten en telen? Wat vinden we lekker? Welke bonen worden de smaakmakers van de toekomst?
We brengen burgers, beleidsmakers, boeren, ondernemers en wetenschappers samen. Eet jij met ons mee?